Klimaat raakt ons allemaal - Klimaatadaptatie op de agenda

Dat de wereldbevolking zich moet aanpassen en voorbereiden op een ander klimaat is duidelijk. 
Maar waar we precies  rekening mee moeten houden en op welke termijn is lastig concreet te beantwoorden.
Mark Rutte: "Als we ons niet aanpassen zullen de gevolgen desastreus zijn."

De urgentie is duidelijk. Maar hoe verkoop je paraplu's als de zon schijnt? 
Hoe motiveer je investering in onzekere scenario's? 

Klimaatverandering is echt een lastig probleem. 
Het is een probleem op afstand. 
Voor heel veel mensen die denken van klimaatverandering; dat raakt mij niet, ik merk het niet. 
Het klimaat van de Dordogne in Nederland, hoe erg kan dat nou zijn?
Of ze vinden in de toekomst vast wel iets op klimaatverandering wat ze nu nog niet weten.  

Rubert Konijn is verantwoordelijk voor de klimaatportefeuille van het KNMI.
Hij zet zich dagelijks in om het KNMI als klimaatinstituut verder vorm en inhoud te geven.
Het KNMI onderzoekt effectieve manieren om de boodschap van klimaatverandering over te brengen.
Op klimaatgebied zijn we als KNMI vrij actief en vooral op het gebied van klimaatscenario's. 
We maken klimaatscenario's voor 2050 en 2100.
We kijken bij de klimaatscenario's hoe de zeespiegelstijging zich ontwikkelt.
Hoe het gaat met de droogte. Hoe het gaat met extreem weer, wind ontwikkeling, zonneschijn.
Alle variabelen die van belang zijn voor een brede maatschappij.

Voor veel lange termijn vraagstukken is die klimaat informatie 'Hoe ziet het klimaat in 2050 en 2100 eruit?' van groot belang.
We hebben bijvoorbeeld drie droge jaren gehad in 2018, 2019 en 2020. 
Het is heel belangrijk om te weten hoe dat de rest van de eeuw plaats gaat vinden.
Komen er nou drie droge jaren nog, of nog of tien droge jaren?
Voor je rivierbeheer voor je beregening, voor je landbouw, voor je recreatie is dat soort informatie van essentieel belang.
Dus daarom proberen we met onze onderzoekers zo goed mogelijk antwoord te geven op die vragen,
maar tegelijkertijd ook in verbinding te gaan met die sectoren om te kijken welke informatie zij graag willen hebben van ons.  

Het KNMI werkt samen met verschillende partijen om de abstracte cijfers om te zetten naar sprekende verhalen.
Maar hoe kom je tot die verhalen? 
Klimaatverandering associëren veel mensen met iets iets groots en langzaams, dat langzaam omhoog loopt, zeg maar. 
Maar klimaatverandering is natuurlijk ook die extreme situaties die in onze eigen achtertuin kunnen voorkomen. 

Dus ik denk dat achter die mooie, langzaam oplopende grafiekjes dat het goed is
als we ons een beeld vormen van de gebeurtenissen die daar achter liggen.

Bart van den Hurk is hoogleraar op het gebied van interactie tussen klimaat en het sociaal ecologisch systeem. 
Hij bedenkt overzichtelijke concepten voor ingewikkelde gebeurtenissen ter ondersteuning van risicobeheersing. 
Bijvoorbeeld met zijn bijdrage aan een hackathon met als thema ‘Wat als de neerslag van juli 2021 elders in Nederland was gevallen’.

Zo'n experiment als waarin we die grote water... neerslaghoeveelheid die er in Limburg en in de Ardennen en in de Eifel is gevallen
verplaatst hebben naar een andere plek, en dan vooral ook heel erg in detail hebben laten zien wat dat dan betekent voor de lokale water hoeveelheid en waar dat doorheen stroomt.
Dat geeft een enorm tastbaar beeld van de implicaties van zo'n extreme event in je eigen achtertuin en dat helpt bij de beeldvorming, maar het helpt ook bij de voorbereiding.

Bij het je verbeelden van iets wat je nog nooit hebt meegemaakt en uiteindelijk helpt dat je bij ja,
je improvisatie vermogen of bij je bij weerbaarheid, die je nodig hebt om die extreme klimaat gebeurtenissen uiteindelijk toch te pareren.
De ruimtelijke ordening krijgt eigenlijk de opdracht mee om al die grillen van dat klimaat op een goede manier in de ruimtelijke ordening te laten landen.

Waar we nu wijken bouwen daar is over vijftig jaar nog steeds een woonwijk, maar het klimaat over vijftig jaar is anders dan nu. 
Dat is al zeker. 
Dus de eisen die we aan dat landschap stellen is over vijftig jaar ook anders dan nu dus we moeten met al die besluiten niet alleen rekening houden met de korte termijn behoefte aan zowel waterberging als wateroverlast.
Nee, we moeten 'm ook in de lange termijn meenemen. 
Dus je moet die ruimtelijke ordening ook inrichten, zodanig dat toekomstige generaties niet voor een onmogelijke opgave staan om al die functies in die ruimte op te lossen. Het is nogal een klus. 

We hebben uit de overstromingen van de jaren '93 en '95 het 'ruimte voor de rivier een programma' overgehouden waarin er dus expliciet veel meer ruimte is gegeven aan de rivier.
Nou, dat kan niet zonder die ruimte te alloceren, daar hebben wijken voor moeten wijken. 
Daar hebben landbouwgebieden voor moeten wijken.
Daar is nieuwe natuur gemaakt en op die manier is de ruimtelijke ordening natuurlijk een cruciaal element om de weerbaarheid tegen dat grillige weer en klimaat te vergroten. 


Als iedereen voor zijn gemeente of gebied beeldende verhalen en mogelijke scenario’s bedenkt wordt de urgentie beter gevoeld.
Met een goed verhaal verkoop je ook paraplu’s als de zon schijnt.
En wordt het vanzelfsprekend  voor alle disciplines om in elk plan en bij elke investering klimaat mitigerende en -adaptieve maatregelen mee te nemen.